Tijdelijk geen groepstrainingen

Ivm de landelijke maatregelen rondom het COVID-19 heeft Zorgeloos Gezond besloten de groepstrainingen tijdelijk te staken gezien de kleine ruimte waarin deze plaatsvinden. Huidige trajecten mogen naar keuze individueel voortgezet worden of in een groep op een nader tijdstip. Degenen die hieronder vallen zullen persoonlijk benaderd worden om de mogelijkheden te bespreken.

Individuele coaching kan vooralsnog gewoon doorgaan mits u en ik geen klachten hebben zoals omschreven door de overheid. Mocht u hier geen goed gevoel bij hebben dan bestaat de optie om de coaching op afstand te doen.

Kijk op de site voor de mogelijkheden voor online coaching. Daarnaast komen er binnenkort e-learnings beschikbaar.

Voor informatie kunt u contact opnemen met 0643707013 of steef@zorgeloosgezond.nl

Stralende ogen en een lach van oor tot oor

Vol energie stap je je bed uit. Rekt je uit en rent enthousiast naar beneden. Hoera het is vandaag, een nieuwe dag.

Een dag vol nieuwe kansen. Kansen om dingen te leren die je interessant vindt. Om uit te vinden en te repareren. Om erachter te komen hoe alles werkt.

Jouw energie is tomeloos en jouw lach zo groot en aanstekelijk dat wij zelf ook mee lachen. Hoe mooi om te zien dat je zoveel plezier kunt hebben. Dat je je lekker voelt, dat je energie hebt.

Weg die buikpijn en die hoofdpijn. Weg de zorgen om morgen. In plaats daarvan rol je moe en voldaan iedere dag je bed weer in. Om er vol energie de volgende dag weer uit te stappen. En zien we jou denken: ‘hoera, het is vandaag’.

Vakantie.

Als de nood hoog is en buikpijn niet meer volstaat …

Wat als het schoolsysteem niet lijkt te passen?

Als je een andere onderwijsbehoefte hebt dan gemiddeld, blijkt dat er fysieke klachten kunnen ontstaan. Het zogenaamde somatiseren. Psychische nood uit zich dan in lichamelijke klachten. Veel ouders gaan meerdere malen naar de huisarts om na uitsluiting van fysieke oorzaken te horen te krijgen dat er sprake is van functionele buikpijn. Vervolgens komen ze vaak in een traject terecht waarbij het kind en soms ouders en kind ondersteund worden. Trainingen worden gevolgd, opvoedcursussen bijgewoond. Vervolgens besluiten sommigen tot testen over te gaan. Hun kind blijft fysieke klachten aangeven. Vooral op schooldagen, dus wellicht is er iets meer aan de hand. Wordt het kind overvraagd of onderprikkeld. Als blijkt dat er afgeweken wordt van gemiddeld volgen er meestal verslagen met handvaten voor school en voor thuis.

Hoewel dit een eindpunt lijkt, blijkt dit een startpunt. Ja, ‘het beestje heeft een naam gekregen’. Nee, de problemen zijn nog niet opgelost en de klachten niet verdwenen. Het is de start van de zoektocht naar passend onderwijs. Soms is het een vliegende start en wordt er vol goede moed andere leerstof aangeboden, meer of minder instructie gegeven, maar vaak is het een langdurige zoektocht. Wat kan het kind wel, wat kan het niet, en hoe gaan we ermee om?

Soms is het zo dat de zoektocht te lang duurt. Dat doortoetsen weken in beslag neemt in plaats van dagen. De effecten zien de ouders thuis. Waar er eerst ‘alleen’ buikpijn was, ontstaan er nu meer klachten. Hoofdpijn, gebrek aan eetlust, slechter slapen, vermoeidheid, soms hypergedrag, soms depressief gedrag en vaak is er ook sprake van veel boosheid. De effecten van het lange wachten op passend onderwijs zijn lang niet altijd zichtbaar voor de buitenwereld. Vaak is het een strijd die thuis gestreden wordt. Op school, sport- en hobbyclubjes merkt de omgeving weinig tot niets. Het kind werkt prima mee (lijkt het) en de nood tot extra of snel handelen lijkt niet hoog. Hoe anders ervaren kind en ouder dit zelf! Ouders trekken herhaaldelijk aan de bel, roepen hulp in van andere externe professionals, maar zijn met lede ogen toe hoe hun kind ten negatieve veranderd.

Als ‘de koek dan echt op is’ en het kind kan zich niet meer staande houden, zien we kinderen die burn out lijken te zijn. Burn out zoals veel volwassenen die de last niet meer konden dragen, die te ver over hun grenzen van kunnen gingen, totdat hun lijf aangeeft dat het genoeg is geweest. En dan kan het kind alleen nog maar huilen, dagen en nachten lang. Komen ze ziek thuis te zitten en blijkt het weer een nieuw startpunt. Een nieuwe zoektocht naar de mogelijkheden van passend onderwijs. Een schoolwisseling? Externe hulpverleners de school laten ondersteunen of in het ergste geval langdurig thuis zitten en hopelijk onderwijs op afstand?

Als de nood hoog is en buikpijn niet meer volstaat… Een uiterst vervelend scenario dat helaas nog vaak voorkomt. 

Als alles anders is. Wat dan?

Als alles anders is, dan anders. Dan normaal.

Wat dan?

Als geluiden pijn doen aan jouw oren, maar anderen het niet horen. Als aanraking pijnlijk is, maar anderen het niet beseffen. Als je het hen wel vertelt, maar zij je niet begrijpen omdat zij het anders treffen.

Wat dan?

Wat als je anders denkt en anders leert? Als ‘standaard’ bij jou niet werkt en alles gaat verkeerd.

Wat dan?

Als je andere verwachtingen hebt van de mensen om je heen? Je voelt je onbegrepen en alleen?

Wat dan?

Eenzaam sta je in de wereld. Lieve familie om je heen. We doen wat we kunnen om je te helpen, maar een antwoord? Neen.

Wat dan?

Als lijden leiden wordt …

Over hoe het lijden aan frustratie kan omslaan in leiden tot prestatie.

Soms heb je van die dagen. Dagen dat alles tegen zit. Van het moment dat je op staat tot het moment dat je ’s avonds gebroken terug kruipt in je bed. Tot in je tenen gefrustreerd door van alles om je heen, van jouw eigen reactie en acties. Frustratie put uit, verlamd. Hoe je ook er tegen vecht, je voelt de energie uit je stromen.

Je begint te denken dat het allemaal geen zin meer heeft. De wereld werkt niet mee en jij gaat het niet kunnen veranderen. Zware donkere wolken hangen om je heen. Soms lijken de drempels te verworden als bergen. 

Hoe frustrerend het huidige schoolsysteem waar CITO leidend lijkt te zijn. Hoogbegaafd, maar onderpresterend? “Tja, we moeten ons advies kunnen onderbouwen…”. “Als hij/zij goed zijn best doet, dan kan hij/zij na de brugklas meedoen met de havo-stroom en daarna wellicht nog door naar het VWO”. “Maakt u zich vooral geen zorgen”

Hoe frustrerend als dan in het systeem blijkt dat ’afstromen’ altijd op de loer ligt. Niveau bepaling in de brugklas? Niet echt. Als je onderpresteert, nog niet voldoende vaardigheden hebt opgebouwd wat betreft plannen en leren, dan zijn een paar onvoldoendes voldoende om ervoor te zorgen dat je het jaar erna op een ander niveau verder mag studeren.

Hoe frustrerend om jaar na jaar te horen: “Hoogbegaafd? Wij zien het niet.” Nee. Dat hoeft ook niet. Het kind is getest. Verslag met handvaten is beschikbaar.  Handel er eens naar en kijk wat er gebeurt.

Om te horen: “Kind ongelukkig? Wij zien het niet.” Nee. Maar wij merken het thuis wel! Dagelijks hoofdpijn, buikpijn, slecht slapen, huilbuien en driftbuien.

Om te horen: “Hij/zij is snel afgeleid en druk met zijn/haar lijf. Als de werkhouding verbeterd, dan komen de prestaties vast wel.” Nee! Joehoe! Afgeleid blijkt pure verveling door te weinig uitdaging. Drukte in het lijf blijkt een manier te zijn om de verveling te kunnen handelen. Om de verveling te kunnen verdragen.

Hoe frustrerend als dingen niet passend blijken en een oplossing niet voorhanden?!

Dan soms, heel soms, heb je van die dagen dat je opeens lijkt te vliegen. Dat frustratie omslaat in boosheid of in goede moed. Dat de energie gaat stromen en de frustratie omslaat in prestatie. Dat zijn de momenten dat het je lukt om het heft in eigen handen te nemen. Dat je tot handelen komt en dat er mogelijkheden blijken. Dan gaat de zon volop schijnen en trekt de wolk boven je hoofd weer op. Die dag lijkt lopen op rennen, rennen op vliegen. Het zijn de mooiste momenten. De momenten dat lijden leiden wordt.

Verbied gedwongen afstromen, accepteer geen onvoldoendes

Een pleidooi voor anders kijken naar onderwijs.

Ik verbaas me soms over de druk die jongeren ervaren op het middelbaar onderwijs. Het aantal jongeren dat ik spreek die ontzettende faalangst heeft en daardoor soms op toetsen dichtklapt is op twee handen niet te tellen. Het lijkt ook wel of er de laatste jaren steeds meer stress ervaren wordt. Hoe komt dat toch?

De geluiden die ik om me heen hoor doen me vermoeden dat het iets te maken heeft met de trend van ‘afstromen’. Blijven zitten is bijna niet meer mogelijk op veel middelbare scholen. Haal je te veel onvoldoendes of is je gemiddelde te laag, dan stroom je af naar een lager niveau. Het maakt niet uit met welk advies je binnen bent gekomen of hoe gemotiveerd je bent om te leren. Te veel onvoldoendes is hup een niveautje lager. In hoeverre dit rekening houdt met de jongere is kwestie vraag ik me af. Ik hoorde laats over iemand die mocht afstromen met een gemiddelde van 7.5, die erg gemotiveerd was, maar onverhoopt twee vijfjes had op kernvakken. Is afstromen dan echt in het belang van de jongere?

Zouden jongeren meer gemotiveerd raken door hen lager te plaatsten? Zouden ze daardoor harder gaan werken en hogere cijfers gaan halen? De hoogbegaafde jongeren die ik spreek raken er niet gemotiveerd door. In tegendeel het demotiveert hen. Veelal is meer sprake van een gebrek aan studievaardigheden of hiaten waardoor de cijfers niet voldoende waren. Deze factoren blijven aanwezig bij het plaatsen van een jongere op een ander niveau. Als dit niet aangepakt wordt is de kans groot dat er één of twee jaar later weer afgevloeid moet worden.

Hoe zit het tegenwoordig met cijfers? Het gaat erom dat bepaalde vaardigheden aangeleerd wordt en bepaalde leerstof begrepen en toegepast kan worden. Als iemand een onvoldoende haalt betekent dit dat de stof niet voldoende eigen is gemaakt en dat je dus niet verder kunt. Ga je wel verder dan ‘bouw je op drijfzand’ en bouw je hiaten op, waarover je op een later tijdstip struikelen zult. Onvoldoendes zouden dus nooit geaccepteerd mogen worden. Indien je onvoldoende scoort op een toets, zal je extra werk moeten verzetten (als leerling) om de stof eigen te maken en zou je op een later tijdstip dit moeten kunnen laten zien. Herkansingen zouden beschikbaar moeten worden gesteld. Altijd.

Nu hoor ik de skeptici al zeggen, herkansingen? Dat kost veel tijd en is dat wel eerlijk ten opzichte van degenen die toetsen altijd direct halen? In mijn ogen heeft het niets met eerlijkheid te maken. Het maakt niet uit of iemand een toets in 1x haalt of in 3x. Als de toets behaald is, is het leerdoel behaald en dat is het uiteindelijke doel. Op voldoendes kan je doorbouwen en zet een solide basis van kennis neer waarvan je de rest van jouw leven profijt hebt. Daar gaat het om.

De beschikbaarheid van herkansingen zal ook de motivatie om toetsen in 1x te halen verhogen. Nu zult u zeggen: “Verhogen?”. Ja, verhogen. Zoals we weten werken jongeren graag aan korte termijn doelen zodat ze snel een beloning ervaren. Lange termijn doelen liggen lastiger. Als jongeren iets willen, dan willen ze dat graag nu. Zij zullen dus, na een enkele fout, kiezen voor goed studeren zodat ze direct een toets halen. Halen ze hem niet, dan moeten ze namelijk extra werk doen en alsnog bewijzen dat ze de stof beheersen op een herkansing. Hoeveel jongeren zullen dus kiezen voor meer werk en extra moeten leren voor een herkansing? Weinig. Zo zie je dus dat de motivatie om een toets te halen groeit.

Met die motivatie zullen ook de studievaardigheden groeien. Puur en alleen omdat jongeren gemotiveerd zijn om alles op alles te zetten om toetsen direct te halen.

Op dit moment ligt het anders. Nu zijn er weinig tot geen herkansingsmogelijkheden. Dit heeft tot gevolg dat een jongere die een toets niet haalt, de last draagt van zowel het opbouwen van hiaten als de extra druk die op hem/haar ligt om het cijfer op te halen op een volgende toets. Lukt dat niet dan ligt afstromen in het verschiet. De stress schiet hiermee omhoog voor de jongere. Velen haken zelfs af, gaan denken; “ach, ik kan het toch niet” of “ik kan het niet meer ophalen, hard werken heeft geen zin meer”.

Het erge is dat afstromen een constante factor is tijdens de middelbare schooltijd. Pretenderen we in dakpan klassen te kijken welk niveau het beste bij een jongere past. In de praktijk moet een jongere zich ieder jaar weer bewijzen of hij/zij niveau waardig is. Want blijven zitten is geen optie meer. Afstromen wel. Is dit in het belang van de jongeren of speelt er misschien een economisch belang mee? Leveren jongeren meer op als zij, zonder zitten blijven, een diploma halen? Of is het meer cijfermatig? Laat jongeren afstromen zodat de slagingspercentages hoger zullen zijn? Wat zou het zijn?

Voor nu pleit ik voor een systeem waarin onvoldoendes niet meer zullen bestaan. Toetsen moeten behaald worden. Behaal je hem niet, dan heb je een ‘nog-niet’, en zal de jongere zich op een later tijdstip moeten bewijzen. Op deze wijze zal er een natuurlijke selectie plaatsvinden. Jongeren die veel toetsen moeten herkansen zullen zichzelf achter de oren krabben en bedenken of zij meer kunnen doen of dat ze beter bij een ander niveau passen. De verantwoordelijkheid voor de resultaten komen zo weer bij de leerlingen terecht. Zij zullen meer controle ervaren en niet meer stuurloos ronddobberen in de grote zee die de middelbare heet.

https://www.youtube.com/watch?v=Yl9TVbAal5s 

Iets of niets

Na lang zoeken vonden ze de perfecte school. Na een gedegen intake en meerdere gesprekken over hun kinderen, besloten ze gezamenlijk om ervoor te gaan. De weg naar het vinden van een goede school was lang en hobbelig geweest. Soms waren ze onverwachts op obstakels en doodlopende wegen gestuit. Maar deze keer voelde het helemaal goed.

De kinderen, beiden hoogbegaafd en behept met dyslexie, waren ook over bergen en door diepe dalen gegaan. Het besluit een andere school te zoeken voor hen was een noodzakelijke. Uitval van school kwam soms akelig dichtbij.

De nieuwe school wist van meet af aan waar ze aan toe waren met hun kinderen. Verslagen van psychologen en andere hulpverleners waren doorgenomen en handelingsadviezen zouden opgevolgd worden. Ouders wachtten hoopvol af.

Na een paar weken echter kreeg hun jongste weer buikpijn klachten. De klachten waren even weggeweest, maar kwamen met rasse schreden weer terug. Ook begon er tegenzin te komen om naar school te gaan. In het weekend gaf ze op zondagen aan geen zin te hebben in de week die komend was. Steeds vaker ook werd hun jongste spruit thuis erg boos. Soms zo boos dat zij hun oudste spruit aanvloog. En ook moeder mocht eraan geloven. Bijten, krabben, schoppen, schreeuwen. Op school echter was dochterlief het toonbeeld van een voorbeeldige leerling. Ze lette goed op, leek goed mee te doen, was vriendelijk en aardig.

Ouders gingen in gesprek met school. Ze vermoeden dat het geboden onderwijs (nog) niet goed aansloot bij de behoefte van hun dochter. School stond open in het gesprek en gaf aan hun dochter door te willen testen alvorens lesstof aan te passen. Dat vonden ouders prima natuurlijk. Ze wilden niets liever dan dat de lesstof passend zou zijn.

De behoefte van school om eerst door te testen voordat andere leerstof aangeboden wordt lijkt een logische. Want stel dat je stof aanbiedt die te moeilijk is? Wat dan?

Dat laatste blijft voorlopig echter de vraag. Wat dan? Want vooralsnog wordt de lesstof niet (voldoende) aangepast en groeien de lichamelijke klachten van dochterlief. De motivatie om te leren daalt en er ontstaat zelfs meer faalangst en angst voor nieuwe dingen. Is ‘niets’ doen, dan echter beter dan ‘iets’? Hoe lang mag het ‘niets’ doen duren? Dagen? Weken? Maanden?

Welk risico neem je als je stof aanbiedt die te lastig blijkt? Vaardigheden als leren doorzetten, omgaan met fouten, zoeken naar andere oplossingen, plannen en organiseren, leer je het beste wanneer de lesstof nieuw en uitdagend is. Terug schroeven kan altijd nog. Voor dochterlief zou dit een oplossing zijn. Wat er nu gebeurt, werkt namelijk niet. De klachten vermeerderen. Dus laten we een andere weg bewandelen en kijken welk effect dit heeft.

Uit onderzoek is gebleken dat veel hoogbegaafde kinderen onderpresteren op school. Al binnen zes weken na eerste schoolgang blijken kinderen zich te gaan conformeren naar de groep en laten ze niet meer zien wat er in hen zit. Het aanbieden van ander uitdagend materiaal en het compact aanbieden van lesstof is een must voor hen om tot presteren te komen.

Richtlijnen van het SLO (het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling) geven aan dat 50-75% van de oefenstof geschrapt kan worden en 75-100% van de herhalingsstof. Als dit gebeurt blijft er veel tijd over voor verrijking en verbreding waardoor de kinderen weer tot ontwikkeling komen en beter in hun vel komen te zitten. Dit werkt het beste als er een duidelijk programma is zodat een kind weet wanneer hij/zij aan de verrijkingsstof mag werken. Dit programma moet vaststaan en aangeboden worden ongeacht het wel/niet af zijn van het reguliere werk, werkhouding of cito scores.

Als het leven niet vanzelf gaat

Met smekende ogen kijk je me aan. Vandaag mag ik toch wel thuisblijven? “Ik voel me echt niet goed, mama.” zeg je. “Echt waar. Ik heb hoofdpijn en buikpijn en ik voel me echt niet goed. Alsjeblieft, mag ik vandaag thuis blijven?”

Gisteravond begon het al. “Mam, ik wil niet naar bed.” “Ik wil niet slapen.” Meestal is dit een teken dat je iets dwars zit. Een teken ook dat slapen nog lang niet zal gaan lukken. Gisteren begon je 23h00 eindelijk te praten. Daarvoor zat je nog ‘vast’ in je koppie en te piekeren over van alles. Om 23h00 was je eraan toe om het uit te spreken. “Mam, ik moet iets doen met de weeksluiting om school en ik wil het niet. Echt niet. Spreekbeurten en boekverslagen doe ik wel, maar dit niet. Echt niet, mam.” De gedachte aan de betreffende weekafsluiting (die pas over enkele weken plaatsvindt) maakt dat jouw buik samen balt, dat jouw hoofd op hol slaat en dat je blokkeert. Dit heb je vaker. Op een of andere manier komen dingen anders binnen bij jou. Dieper, harder, heftiger. Je doet je best je er tegen te verzetten. Heft jouw hoofd op en treedt alles tegemoet. Toch lukt het soms niet om staande te blijven. Dan komt het zo binnen dat het lichamelijk pijn doet en je tijd nodig hebt om overeind te krabbelen. Dan kijk je me met die smekende ogen aan. “Vandaag, mama, mag ik vandaag thuis blijven?”.

Hoogbegaafdheid gaat vaak samen met hooggevoeligheid. Prikkels komen dan anders binnen in het lichaam en worden anders verwerkt. Onderzoeken laten zien dat dit meetbaar is. Via f-mri kan gezien worden hoe prikkels bij eenieder binnen komen, welke hersengebieden oplichten. Vroeger werd nog wel eens gedacht dat mensen zich niet moesten aanstellen. Doe niet zo gevoelig werd er gezegd. Tegenwoordig zien we dus dat het geen keuze is. Mensen stellen zich niet aan. Prikkels komen gewoonweg anders binnen. Nu er nog mee leren omgaan…

Toen gingen alle deuren open. Toch?

De speurtocht naar hulp.

Blij en vol verwachting stapten zij de vergaderruimte in. Na jarenlang overleg met school over de kinderen was er eindelijk een doorbraak. De kinderen waren getest en de uitslagen waren duidelijk. Nu zou school toch zeker met hen op één lijn komen te staan. Nu zou school inzien dat de kinderen aan het onderpresteren waren en dat zij daar niet happy door waren geworden. Nu zouden er deuren open gaan en dingen veranderen. Dachten zij.

Gedesillusioneerd stapten zij weer naar buiten. School kon niets voor hen betekenen zeiden zij. Ze waren bezig zich te verdiepen in de problematiek rondom hoogbegaafdheid, maar dit proces stond pas in de kinderschoenen. Ze konden niets voor hen doen. Er zou geen zorgplan geschreven worden, de leerkrachten zouden ieder voor zich proberen tegemoet te komen aan de onderwijsbehoefte van de kinderen, maar één lijn of één visie konden zij hen niet bieden. Dat hun kinderen fysiek ziek werden door de stressklachten die zij ervoeren was erg vervelend, maar zoals gezegd, er was nog geen visie ontwikkeld. Ze konden niets doen.

Zo sloot de deur zich achter hen.

Gelukkig opende er ook weer een deur. Eén van een nieuwe school. Of eigenlijk twee deuren gingen open: één in het basisonderwijs, één in het voortgezet onderwijs. Vol goede moed startten de kinderen. Fysieke klachten verminderden en plezier in leren begon langzaam weer te ontwikkelen. Het onderpresteren bleef echter en dat hier en daar faalangst de kop op stak, dat baarde de ouders toch wel wat zorgen.

Met enigszins bibberende benen stapten de ouders weer een vergaderruimte binnen. De herinnering aan de dichtslaande deur, na hun laatste gesprek op de oude school, lag nog vers in hun herinnering. Op de nieuwe scholen vielen de deuren niet meteen dicht toen de ouders hun zorgen aankaartten. Eén bleef half open (of iets meer), de ander bleef op een kier openstaan.

Er was nog wel een horde te nemen. Opvallend was dat vooral prestaties op taalgebied achterbleven en prestaties op vakken waarbij veel gelezen moest worden. Twee jaar (!) remedial teaching op de oude school, had blijkbaar zijn vruchten niet afgeworpen. De schooldossiers werden opgevraagd en de zorgen en resultaten voorgelegd aan een GZ psycholoog gespecialiseerd in hoogbegaafdheid en leerproblemen. Zij zag aanwijzingen om te testen op dyslexie en stelde een reeks testen voor.

Zo gezegd, zo gedaan… Weer een doorbraak! Er bleek inderdaad bij twee van hun kinderen sprake te zijn van dyslexie. Vandaar de tegenvallende resultaten op taalgebied op cito’s en na RT. Opgelucht, ondanks een diagnose, deelden de ouders de testverslagen met de nieuwe scholen. En dat niet alleen, ze vierden zelfs een klein feestje. Eindelijk nog meer duidelijkheid en handvaten om verder te komen. Dit zou de deuren vast verder openen.

Ja en nee. De combinatie van hoogbegaafdheid en dyslexie blijkt heel lastig te zijn in het onderwijs. Aan de ene kant is het nodig dat er extra uitdaging geboden wordt, aan de andere kant is extra oefenen op taalgebied ook nodig. Hoe kan je compacten en verrijken en tegelijkertijd zorgen dat er voldoende oefening blijft bestaan? En wat is voldoende oefening bij deze groep kinderen? Een flinke opgave.

Daarnaast is het ook heel lastig om ieder kind op het moment dat er een stoornis vastgesteld wordt, direct te bedienen van passende hulpmiddelen. Er bestaan vele mooie hulpmiddelen waarbij boeken omgezet worden middels spraaksoftware zodat je een boek kunt luisteren en meelezen. Een goede manier ook om extra te oefenen met (mee)lezen en je snelheid te trainen. Ondoenlijk natuurlijk om iedere maand iemand van een licentie te voorzien en instructie te geven. Toch? Of, …?

Kon die deur nog maar iets verder open.

Wat betreft het voorgezet onderwijs is het tegemoet komen aan hoogbegaafden zo wie zo lastig lijkt het. Differentiatie gebeurd op onderwijsniveau, maar wat als je onderpresteert en wat als VWO nog steeds niet passend is bij jouw onderwijsbehoefte/ leerstijl. Wat dan? Met super cijfers zijn er best nog wat mogelijkheden. Uitdagende projecten zijn beschikbaar. Maar dus alleen voor de mensen met hoge cijfers. En die hele groep die niet tot presteren komt? Wat zijn de mogelijkheden daarvoor? Vaak worden de niet presterende hoogbegaafde jongeren ‘gewoon’ een niveau naar beneden geplaatst. Het probleem van onderpresteren is daarmee echter niet opgelost, hoewel scholen dat soms toch lijken te denken.

Deze ouders bibberen inmiddels niet meer wanneer ze een ruimte binnen lopen voor overleg. Ze lopen ook geen ruimtes meer binnen, ze klimmen in de pen. Heel handig. Als je mailt is alles direct schriftelijk vastgelegd en kan iedereen terug lezen wat er gezegd is. Pardon, geschreven. Dat blijkt voor alle partijen heel duidelijk. Daarnaast is het mogelijk om een mail nog eens door te sturen wanneer onverhoopt een antwoord uitblijft. Datum en tijd van de eerste mail is direct zichtbaar en jezelf herhalen is niet meer nodig want de boodschap is direct leesbaar. Ook is het mogelijk iemand in de CC zetten, die leest dan de mail-conversatie mee. Dit werkt erg goed als pressie middel om antwoorden te krijgen op gestelde vragen. Het is net alsof er iemand mee kijkt over jouw schouders op dat moment. [noot auteur: Gedraag jij je keurig als je weet dat je geobserveerd wordt? Ik wel in ieder geval. Of tenminste, ik probeer het.] Dit blijkt te helpen

Ouders hebben er nu vooral last van dat ze zichzelf als zeur-ouders beginnen te voelen. De deuren staan open, half open of op een kier, maar toch. Antwoorden op vragen blijven uit. Zorgplannen blijven uit. Hulpmiddelen blijven uit. Dus zij mailen, mailen nog eens, CC-en, … tot ze er bijna moedeloos van worden. Toch blijven ze positief, de deuren zijn nog open…

De kans op uitval van school door hun kinderen blijft echter op de achtergrond aanwezig. En soms ook op de voorgrond. Bepaalde vaardigheden hebben de kinderen niet ‘automatisch’ geleerd/ ontwikkeld op de basisschool. Inzetten, doorzetten, falen (fouten maken), hiermee omgaan, andere strategieën inzetten, positief denken, … dit hebben ze overgeslagen op de lagere school. Soms is de spanning zo groot dat naar school gaan niet lukt door de fysieke ongemakken die ontstaan. Niet of weinig slapen, buikpijn, misselijkheid, hoofdpijn, … soms voelen zij zich zo ziek dat naar school gaan niet mogelijk is.

Gelukkig lijken de scholen deze problemen beter te begrijpen en gaan de deuren op zo’n moment verder open. Opeens is er een cursus zelfvertrouwen om beter om te leren gaan met faalangst. Is er begrip voor de angst (weer) een black-out te krijgen op een toets en probeert men te helpen. Fijn dat de deur dan opeens weer wagenwijd openstaat. De ouders houden goede moed, klimmen af en toe in de pen, en hopelijk komt zo alles uiteindelijk helemaal goed.

Steef